Na mijn middelbare schooltijd op het Gymnasium Camphusianum was de grote vraag, wat de vervolgstudie zou gaan worden. Inmiddels was ik met mijn orgellessen zover gevorderd dat het Conservatorium een mogelijkheid was. Maar de Theologie leek het aanvankelijk te winnen.
Een studie aan de Rijksuniversiteit in Utrecht volgde. Maar al tijdens de studie bleek dat de muziek toch om de nodige aandacht vroeg.
Aanvankelijk begonnen met het doel predikant te worden, schoof het perspectief in de loop van de jaren toch wat weg van de pastorie. Tegelijkertijd bleven geloof en kerk hun aantrekkingskracht uitoefenen.
Uiteindelijk werd het als echtgenoot van een predikant toch een pastorie, werd het werkterrein als cantor-organist ook de kerk, maar dan wel vanuit de invalshoek van de muziek.